Er zijn twee hoekjes met muziekinstrumenten: in de ene hoek liggen ritmische instrumenten (trommels en shakers), in de andere hoek melodische instrumenten (klankstaven, een lippendoos, duimpiano's).
Aan de kinderen wordt gevraagd om na aanleiding van het onderwerp waar ze mee bezig zijn, muziek te maken.
Het groepje van Zoe en Macy is heel erg met watermuziek bezig, zij komen net van de gang waar ze met Eva hebben gepraat en getekend over de watermuziek die ze wilden maken. Zij blijven erg bij het onderwerp. Ook twee rondes later, in de melodische hoek, geeft Zoe aan dat ze nog steeds watermuziek maken. Ze hebben daar in de luisterhoek ook met juf Iet over gepraat.
Het groepje van Colin, dat het over 'dieren die vriendjes worden' heeft, maakt meer abstracte muziek. Colin geeft het initiatief voor een stopteken, maar de meisjes in zijn groepje lijken niet geïnteresseerd.
Bij de andere groepjes valt op dat er bestaande liedjes worden gezongen, (Vader Jacob, Altijd is Kortjakje ziek, etc) door een kind, dat door de rest begeleid wordt. Soms klinkt de muziek uitzonderlijk mooi samen en vullen de kinderen elkaar prachtig aan.
Het valt op dat deze kinderen, vergeleken met de andere kleuterklas, veel gemakkelijker met het vrije musiceren omgaan. Er ontstaan vele meer plannen en muzikale ideeën.