Een vlieger en vliegdingen
Samira is plakband op papier aan het plakken.
Samira: "Dit is niet goed want het plakt niet en dan ga ik het maar lijmen."
Na het lijmen moet er nog een sliertje aan en ze komt terug met rood papier en plakt dat erop.
Samira: "Dit is rood en dat is mooi."
Al zwaaiend met haar werk roept ze: "Kijk wat ik gemaakt heb! Het is een vlieger. Ik zet mijn naam erop en kan iedereen zien dat ie van mij is."
Charlotte, Tuba, Charmaine, Marit zijn aan het vouwen en plakken op een doos. Het is een vliegding. En weet je wat een vliegding is? Nou dat is een papieren vliegtuig.
En tegen elkaar zeggen ze: "Ja, wij moeten plakken en gaan iets in een potje doen want dat is ontzettend mooi."
Terwijl ze bezig zijn worden er aftelversjes opgezegd.
"Wij maken mooie versieringen en die zetten we in ons huis."
Er worden slierten gekleurd papier in potjes gedaan en op potjes geplakt.
IJverig werken ze met elkaar samen en bedenken steeds opnieuw wat ze nog meer aan mooie dingen voor hun huis kunnen maken.
( H )
Het is en blijft 1 en al bedrijvigheid in het meisjeshuis.
Als de een iets heeft bedacht pakt een ander of anderen het idee op om er weer verder mee te gaan. Zo krijg je op hetzelfde onderwerp een aantal verschillende manieren hoe je het kan maken en uitbouwen of gebruiken. De vlieger cvan Samira is om er mee te zwaaien. De vliegdingen zijn logger en zijn bedoeld om in het huis te zetten.
( H )